Ons lichaam
Ons lichaam gebruiken we bij alles wat we doen. Of we nu aan het sporten zijn, ons werk doen, in onze relatie tot onze partner, kinderen of vrienden. Met ons lichaam staan we in de wereld en gaan we om met alles wat zich aandient: liefde en intimiteit, agressie en pijn, angst en grenzen. We lopen met ons lijf, we denken er mee, we voelen ermee, we worden er boos, blij en verdrietig mee, we omhelzen ermee en houden er mensen mee op afstand.
Ons lichaam bevat een schat aan informatie, en geeft op allerlei manieren signalen af. Je merkt dat bijvoorbeeld dat je verstrakt als je je niet op je gemak voelt of als je op je hoede bent, je hart gaat knellen in je borst wanneer je je verlangens blokkeert of dingen doet die je tegenstaan. Of je voelt dat je vrijer gaat ademen, wanneer je iets hebt gedaan of gezegd wat je werkelijk wilde. Je voelt dat je je opricht als je boos wordt. Of dat je in elkaar krimpt als iemand binnenkomt waar je angstig van wordt. Je lichaam ontspant als je bij jezelf bent, je verbonden voelt, je veilig voelt en vertrouwen hebt. Het komt op scherp te staan als je het niet vertrouwt, alert moet zijn, een stap extra moet zetten of haast hebt.
Datgene wat je lichaam te vertellen heeft -of laat voelen- wordt gemakkelijk overgeslagen of onbelangrijk gevonden. We vergeten bijvoorbeeld tijdens sport om van ons lichaam te genieten bij het bewegen, omdat we met conditieverbetering bezig zijn. We slaan geen acht op signalen van ons lijf omdat we geen tijd hebben. We luisteren niet naar onze gevoelsmatige behoeften, omdat we denken dat dat niet verstandig is. Deze gerichtheid op snelheid, effect en verstandelijkheid overspoelt dan de gevoelsmatige waarde van ons leven. Dit kan tot onvredegevoelens leiden, tot verstoorde relaties en tot het ontstaan of verergeren van lichamelijke klachten en psychische problemen. Bovendien kan deze eenzijdige aandacht voor effectiviteit je ontwikkeling als mens remmen en zorgt het voor een eenzijdige manier van omgaan met keuzes en mogelijkheden die de invulling van het leven rijker en zinvoller kunnen maken. Ons vak gaat over het weer leren luisteren naar je gevoel. Dit wil niet zeggen dat je verstand gebruiken niet belangrijk is! Wij vinden dat een goede balans tussen verstand en gevoel van groot belang is voor ons welzijn.
Aan ons lichaam merken we ook onze voorkeuren. Je beweegt ergens naar toe of ergens van af. Je opent je of je sluit af. Het kan je zo vertellen wat bij je past en wat niet. Het is een kunst om daarnaar te luisteren en het opnieuw te leren verstaan. Wanneer je leert om naar je gevoel te luisteren, en dit weer te vertrouwen, kom je beter in je vel te zitten.
Je kunt aan jezelf ook voelen hoe je weer in beweging kunt komen als je bent vastgelopen. Soms is het fijn om een steuntje in de rug te krijgen. Tegen een ander aanleunen kan je het gevoel geven even niets te moeten. Of juist je kracht voelen kan helpen bij het gevoel van “ik kan het zelf, hier ben ik”.
